5 september 1944 is een zwarte dag in de geschiedenis van Budel-Dorplein. Op die dag zijn zes mensen door de Duitse SS vermoord. Hier lees je wat er die dag gebeurde.
Jan Zandvliet (wachtmeester der marechaussee) en Kees Kappers (douaneambtenaar) vormden vanaf 1942 een waardevolle schakel tussen de Nederlandse en Belgische verzetsbewegingen. Zij werden bijgestaan door helpers, onder wie Antoon van der Putten en Theo Stevens. Zij hadden goede contacten met sabotagegroepen en De Witte Brigade, die vanuit België opereerde. Menig piloot, krijgsgevangene, jood en anderen danken aan hen hun leven.
Aan het einde van de oorlog werd de grond te heet onder de voeten voor de NSB'ers; zij probeerden de grens over te vluchten naar Duitsland. In de namiddag van 5 september 1944 om 12.00 uur komen er een aantal terug vanuit Weert in Budel-Dorplein. Vanuit de Cantine zijn zij beschoten door verzetsstrijders. Sommigen vluchten, anderen worden gevangengenomen.
Ongeveer een uur daarvoor was door sabotage aan de rails een trein met terugtrekkende Duitsers ontspoord in de zandverstuivingen bij de zinkfabriek. In de trein zaten Duitse SS'ers, die waren inmiddels door de gevluchte NSB'ers gealarmeerd. De SS'ers verschijnen rond 13.00 uur in de middag bij de Cantine. De bewakers vluchten met hun gevangengenomen NSB'ers achter door de tuin en verschuilen zich in het riet bij de Peel, achter het huis van Frans Dor.
De Duitsers dringen de Cantine binnen en houden iedereen die zich daar is aan. Ook mensen op straat worden aangehouden. Ze moeten met de handen omhoog naar de Cantine gaan staan. Budel-Dorplein beleeft angstige uren. De kamers van de marechaussees worden helemaal overhoop gehaald. Maar niemand van diegene die gezocht worden, wordt gevonden.
Goed verstopt
In de Cantine bevindt zich nog wel marechaussee Schallenberg, die ook bij het verzet hoort. Hij heeft zelfs een lijst met onderduikers bij zich. Hij wordt door zuster Josefien verstopt onder de holle sokkel van het grote Sint Jozefbeeld dat in de Cantine stond. De Duitsers doorzoeken alles, maar ze vinden Schallenberg niet. Sint Jozef gedraagt zich zowel letterlijk als figuurlijk als de schutspatroon voor Dorplein.
Verraad en moord
Rond 17.00 uur vertrekken de Duitsers uit Budel-Dorplein. Ze nemen de paarden van de marechaussees mee. Na korte tijd keren ze echter terug en omsingelen de Peel achter het huis van Frans Dor. Door verraad komen zij achter de schuilplaats van de verzetsmensen. Scherp knetteren in die avond de machinegeweren door het anders zo rustige dorp. De verzetsmensen moeten van de NSB'ers tevoorschijn komen, waarna de eersten op gruwelijke wijze zijn vermoord met bajonetsteken, kolfstoten en geweerschoten.
De broers Leo en Martin Looymans zijn niet direct betrokken bij de arrestatie van de NSB'ers. Zij zitten onderduikers. Bij de komst van de Duitsers zoeken zij een schuilplaats in een ander gedeelte van de Peel. Als alles weer rustig lijkt, gaan ze terug naar het dorp, maar vallen in handen van enkele achtergebleven SS'ers. Ze worden door deze SS'ers weggevoerd naar de plaats van de ontspoorde trein, waar later hun verminkte lichamen zijn gevonden.
Dolle Dinsdag, 5 september 1944, werd zo een zwarte dag voor de Dorpleinse gemeenschap. Ieder jaar op 4 mei wordt op dodenherdenking stilgestaan bij de graven van de oorlogsslachtoffers. Deze zes helden hebben een prominente plek.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android