Continu was hij aan het rondkijken of hij niet opgemerkt zou worden. Het was erg koud op 8,5 kilometer hoogte. Het 'gejank' dat de Duitse radarinstallaties veroorzaakte in zijn hoofdtelefoon, maakte het er ook niet leuker op. Ondanks al het bekende gevaar was hij op maandagochtend 11 september 1944 om 09.00 uur vanaf vliegbasis Benson (UK) vertrokken. In zijn Spitfire van de Royal Air Force zou hij over onze dorpen gaan vliegen. Omstreeks 10.40 uur had hij de zinkfabriek bereikt. En nu vloog hij over Budel-Schoot.
Met een grondsnelheid van ongeveer 440 kilometer per uur zou hij zo meteen ook nog over Budel, Soerendonk en Maarheeze gaan vliegen. Achter de stuurknuppel van het verkenningsvliegtuig zat Flight Sergeant Ken Nichol. Pas 24 jaar oud was hij. Direct achter zijn pilotenstoel stonden twee reusachtige camera’s opgesteld. Elke zes seconden maken die twee camera’s foto’s van het grondgebied. Het lawaai van de filmtransportmotoren en de mechanische sluiters zal Ken niet horen. Uiteraard zal zijn hoofdtelefoon het geluid 'buiten' houden. Anders zou het zeker overstemd worden door het geluid van de motor. In dit geval een RollsRoyce Merlin 63 (V12 – 27 liter – 1.710 PK). Waarschijnlijk heeft Ken niet gezien dat hij een bijzonder object op de gevoelige plaat zal vastleggen. Het object is gelegen tussen de Grootschoterstraat (nu Poelderstraat) en de Zwarteweg.
Om een idee te krijgen om wat voor een object het gaat zijn de afmetingen ervan bepaald. Duidelijk is te zien dat het (rode) middengebied is omgeven door een wal. De hoogte van die wal is door middel van het meten van de schaduwlengte bepaald op ongeveer 1,5 meter.
Een voorzichtige conclusie is dat het object is ontstaan tussen september 1943 en 11 september 1944. Het perceel is omheind en waarschijnlijk is een deel ervan voorzien van camouflagenetten. In het midden van het afgebakende terrein is een groot rond object gesitueerd met een doorsnede van ongeveer zeven meter. Om dat ronde object is een wal gelegen met een hoogte van ongeveer 1,5 meter.
De wal is omgeven door acht putten. Verder wordt het perceel waarschijnlijk vaak bezocht met voertuigen. Indien we vervolgens aannemen dat het om een militair object gaat dat door de bezetter is gebouwd, komen we al snel tot de conclusie dat het een voorziening voor luchtafweer zou moeten zijn. Je kunt dan denken aan een zoeklicht of luchtdoelgeschut. Binnen de wal zou dan (zwaar) luchtdoelgeschut of een zoeklicht opgesteld kunnen staan en in de acht putten buiten de wal, mitrailleurs en licht luchtdoelgeschut.
Om de slagkracht van de geallieerde luchtmacht zoveel mogelijk te beperken, ontwierp de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog een luchtverdedigingslinie. Het verdedigingssysteem bestond onder meer uit jachtvliegtuigen, zoeklichten, Flak (Flugzeugabwehrkanone), gevechtsleidingscentra en radiopeilstations. Van groot belang waren voorts de bestaande en nieuw aangelegde militaire vliegvelden. Zo werd er door de Duitsers onder andere gevlogen vanaf bases bij Leeuwarden, Deelen, Twente, Schiphol, Gilze-Rijen en Venlo.
Het luchtverdedigingssysteem was bedacht door generaal Joseph Kammhuber en kreeg de naam 'Kammhuberlinie'. De Duitsers noemden deze linie ook wel Himmelbett-verfahren. De linie liep van Noord-Denemarken via Duitsland, Nederland, België en Frankrijk naar de Zwitserse grens. De linie liep daarbij ook over Cranendoncks grondgebied. In het voorjaar van 1942 bepaalde de Führer dat vrijwel alle in de Kammhuberlinie gestationeerde zoeklichten onverwijld dienden te worden teruggetrokken naar Duitsland om aldaar in de nabijheid van de grotere Duitse steden geplaatst te worden.
Ten tijde van de aanleg van de voorziening in Budel-Schoot waren de meeste zoeklichten dus teruggetrokken naar Duitsland. Echter is ook een aantal zoeklichten achtergebleven en kan het object nog steeds een zoeklichtopstelling zijn. Gezien de royale afmetingen is zwaar luchtdoelgeschut echter waarschijnlijker dan een zoeklicht. Het zou dan kunnen gaan om zware Flak.
Bekend is dat er bij zowel zoeklichten als Flakopstellingen manschappenverblijven zijn gebouwd. Bij zware Flak is daarnaast ook veel ruimte nodig voor munitie en zal frequent verkeer nodig zijn voor de aanvoer ervan. De manschappenverblijven en een eventueel munitiedepot zouden dan gelegen kunnen zijn onder het camouflagenet. Indien de site verlaten was op het moment van de foto-opname, dan kan het zijn dat (fundering)resten van bebouwing zichtbaar zijn. Ook is het mogelijk dat de site ten tijde van het fotograferen nog in aanbouw was.
Indien er iemand is die verdere opheldering kan geven met betrekking tot dit object, dan houdt de heemkundekring zich van harte aanbevolen.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android