Als je net aan tafel zit voor een zesgangendiner moet je dit verhaal maar overslaan. Verhalen over darmen zijn zelden eetlustopwekkend. Ik had met muziekvrienden flink “door de ketting getrokken,” zoals dat heet in muzikantenjargon. Liters bier, flink wat Chardonnay en straffe cognac als nagerecht. ‘Afgeblust’ met moddervette toastjes brie en knakworst, met nóg vettere mayo. Niks aan het handje. Mijn maag is zeer ervaren en goed gepantserd.
Die nacht sliep ik muurvast, alsof ze mijn oren aan het kussen hadden vastgeniet. Alleen wat last van een dwingerige blaas, die ik die nacht drie keer moest uitlaten. ‘s Anderdaags betaal je dan de tol: “het beestje komt altijd ná het feestje!”
Laaghangende bewolking en ochtendontlasting, die die kwalificatie nauwelijks mocht dragen. Losse flos! Mijn vrouw was zo aardig dat ze me uit liet slapen en riep nog voorzichtig: “Zal ik je ontbijt op bed brengen. Of zal ik het maar metéén door de wc spoelen?"
Soms kunnen darmen een gevoel geven alsof er een afwasborstel naar binnen wordt geduwd. Ik bleef naar de WC hollen. Elke keer als ik dacht ‘karwei geklaard,’ keek ik voor alle zekerheid toch effe achterom. Oei! Paniek! Ik zag druppeltjes bloed. Alle seinen op rood. Acuut 112 en de 'Stichting Uitlaat' bellen!
Het was vrijdagmiddag 12.30 uur. Allereerst met spoed mijn huisarts gebeld! Tevens mijn buurman! Zijn assistente kwam met een ontluisterende boodschap. “Nee, de dokter is niet aanwezig nu. Het spreekuur van vrijdagmiddag twee uur zit méér dan vol. Er kan geen kip meer bij! Nee, helaas, de dokter heeft ook geen weekenddienst!”
“Maar ik wil per se mijn buurman spreken! En nog vóór het weekend!" Onmogelijk! Ze hield voet bij stuk! Maandagochtend kon ze mij wél als allereerste inplannen. Van de schrik raakte ik behoorlijk opgefokt: “Dan kom ik vanmiddag een kwartier vóór het spreekuur. Ik kan met deze tikkende tijdbom niet het weekend in."
Die vrijdagmiddag hing ik om vijf voor twee, met mijn mik omhoog, voorover op de onderzoekstafel. Buurman/huisarts was behoorlijk kortaf! Ik zei, zo mogelijk, nog minder. Ik voelde ook wel dat ik hem behoorlijk had opgeëist! Dat ik als buurman, onterecht, voorrang had ‘geclaimd.’ Bovendien communiceert het niet lekker, met zo’n plastic handschoen in je poeperd. Terwijl mijn huisarts met de inwendige exercitie bezig was, dacht ik nog wél effe: ‘Zou zijn ouwe moedertje wel weten waar hij de kost mee verdient?’
Eindelijk kwam dan toch het verlossende woord over de ‘levensbedreigende’ situatie: "Helemaal niks bijzonders. Waarschijnlijk een licht geïrriteerde darmwand of wat bloed van een klein aambeitje."
Die stomme paniekmomenten vergalden al zo vaak mijn leven. De kleinste oneffenheid, of bultje, is bij mij altijd meteen ‘vlektyfus’ of een ‘ebola-bobbel.’ Ik ben een onverbeterlijke hypochonder, net als mijn vader. Het liefst zou ik straks nog naast mijn huisarts begraven liggen.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android