Van generatie op generatie werden door kinderen bij ‘Lexke’ de zondagscenten opgemaakt aan kluutjes (snoepjes) en snuik (zoetigheid). Die woorden vormen samen een mooie historie aan dialect in Budel.
Lexke was echt zo’n
snoepwinkeltje waar je eerst een kwartier met je neus tegen de ruit stond te
kijken naar al dat lekkers, zoals dropstaaf, zoethout, jodenvet, bakkes-vol,
toverballen, snuf of tum-tumkes.
Was je binnen, dan had je vaak nog minuten nodig om te beslissen wat je voor
je stuiver, dubbeltje of kwartje zou kopen.
Door: Heemkundekring De Baronie van Cranendonck / Martien van Dooren
Lexke Mansvelt, later getrouwd met Gondje Houben, was vanuit Eindhoven naar Budel verhuisd en begon in 1912 met een snoepwinkeltje. Met dit winkeltje hebben zij hun hele verdere leven de kost verdiend tot 1953. Een aardige anekdote uit die tijd was ook het volgende voorval bij Gondje. Een drietal kinderen stond in de winkel om snoep te kopen: het eerste kind vroeg voor één cent drop, Gon moest daarvoor de trap op; ook het tweede kind vroeg voor één cent drop, Gon ging weer de trap op. Toen het derde kind aan de beurt was, vroeg dat kind eerst voor één cent drop, maar toen Gon weer beneden was, zei dat derde kind alsnog: “Ik wil nog meer drop, want ik heb nóg één cent.” Gon heeft in haar leven die trap heel wat keren betreden. Een typische uitspraak van Lexke was: “Eerst ‘de cent’, dan ‘de kluut’.”
Lexke en Gondje hadden geen kinderen. Toen Gondje op 3 februari 1953 stierf en Lekske naar het bejaardenhuis ging, moest er toch iets gebeuren met het snoepwinkeltje. Jo Mansvelt, een oomzegger van Lexke, had samen met zijn vader en broers een schoenenwinkel, twee deuren van Lexke vandaan. Jo en zijn vrouw Toos waren van mening dat het snoepwinkeltje in de familie moest blijven en besloten de winkel voort te zetten. De taken werden goed verdeeld: Jo deed de inkopen en het bijvullen, Toos deed de winkel en kreeg daar later nog de zorg bij voor haar vier kinderen. De zonen Jèn, Martien, Harrie en John groeiden met het winkeltje op.
Altijd open
Volgens de winkelsluitingswet van die tijd was de winkel door de week open tot 19.00 uur en zondags tot 13.00 uur. In feite was de winkel
echter altijd open. Op zondag na de hoogmis kwamen de ouders met hun kinderen om sigaren, sigaretten en snoepgoed te kopen. Dan was het best druk
in het winkeltje, want men bleef er vaak een praatje maken met Jo en Toos.
Toos had van haar man geleerd om geduld te hebben met kinderen; die
stonden vaak wel een half uur te treuzelen met de vraag: 'wat zal ik nu kopen
voor mijn dubbeltje: zoethout of toch die dropstaaf'. Later hingen er aan de
buitenmuur twee automaten, één met sigaretten en één met drop.
Theatercafé
Na het
overlijden van Jo Mansvelt in 1986 hield Toos het winkeltje nog enkele jaren
open.
Toos Mansfelt-de Groot heeft het winkeltje veertig jaar uitgebaat. Zij deed dat
tot 9 januari 1993. Toen viel na tachtig jaar voorgoed het doek voor
snoepwinkeltje ‘Lexke’. Vanaf 2008 blijft de naam nu echter voortbestaan in
het nieuwe Lexke
Theatercafé bij gemeenschapshuis De Borgh.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android