Stel: de moordenaar van Wies Hensen wordt gevonden. Wat staat de dader dan te wachten? Oud-strafrechtadvocaat Pieter van der Kruijs laat zijn licht schijnen op de zaak. Volgens Van der Kruijs is verjaring van de zaak mogelijk, maar dat hoeft niet het geval te zijn als moord of doodslag bewezen wordt.
Het ontroerende verhaal van Sjanny, een jeugdvriendin van Wies Hensen, deed de familie van Wies goed. Dat melden de schrijvers van dat verhaal. “Nogmaals dank, Sjanny. Jouw verhaal was ook weer een stimulans voor enkele tipgevers.”
Naast tips krijgen de initiatiefnemers, Joop Donkers en Sander Meyer, ook vragen van mensen over bijvoorbeeld de strafrechtelijke kant van de zaak. “Enkele van die vragen nemen we hieronder door met oud-strafrechtadvocaat Pieter van der Kruijs. Van der Kruijs kreeg landelijke bekendheid door zijn rol in de zogenoemde Rosmalense flatmoord. In die zaak werd een man zowel door de rechtbank als het gerechtshof in Den Bosch veroordeeld voor doodslag op zijn vriendin in 2000. Van der Kruijs had vanaf het begin twijfels en zorgde dat er een herziening kwam. Op 5 september 2022 sprak het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de man alsnog vrij.”
Lees hieronder het gesprek van Joop en Sander met Pieter van der Kruijs:
Vraag 1: de moord op Wies Hensen dateert van 1989. Toch kan de dader nog steeds gestraft worden. Hoe zit dat?
Pieter van der Kruijs: “In Nederland is het zo dat ernstige misdrijven nooit verjaren. Dan gaat het om misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van twaalf jaar of meer. Zoals moord, doodslag, verkrachting en mensenhandel.
Volgens de wet (Artikel 289 Wetboek van Strafrecht) is moord: een ander opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven vermoorden.
Doodslag (Artikel 287 Wetboek van Strafrecht) is een ander opzettelijk van het leven beroven: er is géén voorbedachten rade nodig.
Dood door schuld (Artikel 307 Wetboek van Strafrecht) is het geval wanneer iemand is overleden, er wel schuld was, maar dit niet opzettelijk gebeurde. Mishandeling met de dood tot gevolg is een vorm waarbij er wél sprake is van opzet bij de mishandeling, maar de opzet niet gericht was op het van het leven beroven van een ander.
In de zaak van Wies Hensen is het overigens nog niet zeker of een verdachte wel voor moord kan worden aangeklaagd. Ik ken het politiedossier uiteraard niet en kan ook geen zinnig woord zeggen over waar de Officier van Justitie in dit geval voor zou kunnen gaan. Zeker is dat moord een zwaarder delict is dan dood door schuld of doodslag en daarom staat er ook een hogere maximumstraf op. De maximumstraf voor moord is een levenslange gevangenisstraf of een tijdelijke gevangenisstraf van maximaal dertig jaar. De straf voor moord is nagenoeg altijd tijdelijk. Levenslang komt pas in aanmerking bij meervoudige moord of eerdere veroordeling voor een ernstig geweldsdelict.”
Vraag 2: als op basis van het dossier niet méér hard gemaakt kan worden dan dood door schuld of mishandeling de dood tot gevolg hebbende, kan de zaak dan ook na 35 jaar nog voor de rechter gebracht worden?
Pieter van der Kruijs: “In geval van (zware) mishandeling die de dood tot gevolg heeft of bij dood door schuld, dan zal de zaak zijn verjaard. In dat geval wordt een verdachte niet meer voor de rechter gedaagd. Maar moord verjaart dus nooit en doodslag evenmin. Verjaring is dus uitgesloten voor feiten waarop twaalf jaar of meer is gesteld (moord en doodslag). Als er acht jaar of meer (tot twaalf jaar) op het feit is gesteld dan is de verjaringstermijn twintig jaar. Bij zo’n zaak zal de Officier van Justitie deze alleen voor de rechter brengen als hij zelf de overtuiging heeft dat er een veroordeling zal volgen.“
Vraag 3: in het Budels scenario geeft een tipgever aan dat er drie mannen rechtstreeks betrokken waren bij de dood van Wies Hensen. De politie heeft bekendgemaakt dat het NFI met nieuwe technieken op meerdere plekken op het lichaam en de kleding van Wies DNA heeft gevonden. Vanwege de plekken waarop dat DNA is aangetroffen spreekt de politie van een daderprofiel. In de podcast van 2021 merkt forensisch rechercheur Karin de Vos ook nog op dat de politie ‘nog iets achter de hand heeft, misschien wel het DNA van een tweede man’. Hoe kijkt u hier als advocaat strafrechtelijk naar?
Pieter van der Kruijs: “DNA-bewijs is sterk bewijs maar de vraag blijft voor welk delict. Het lijkt me dat als het om moord of doodslag gaat, wat in ons wetboek toch de zwaarste delicten zijn, dat de politie het er dan niet bij kan laten zitten, ondanks dat er overal in de strafrechtelijke keten sprake is van personeelsgebrek en er dus keuzes moeten worden gemaakt. Moord of doodslag kan de politie niet laten lopen. Dat zou maatschappelijk niet verantwoord zijn.”
Vraag 4: behalve de dader(s) van wie DNA is aangetroffen, spreekt een tipgever ook over meerdere getuigen die weliswaar niet bij de dood zelf betrokken waren maar die er wel weet van hebben. En waarvan een enkeling ook heeft geholpen om het lichaam en een deel van de kleding 18 kilometer verderop in Dommelen te dumpen. Als dit scenario waar is, verzwijgen deze mensen dus al 35 jaar de waarheid. Hoe strafbaar is hun gedrag?
Pieter van der Kruijs: “Niemand in Nederland is verplicht om te komen getuigen bij de politie. Maar als de rechter je oproept, ben je wel verplicht om te verschijnen en zul je onder ede moeten verklaren. Dit is de zogenoemde getuigeplicht, in ieder geval de plicht om te verschijnen. Nu kan het zo zijn dat iemand niet verplicht is om antwoord te geven op hem of haar gestelde vragen omdat diegene zich kan beroepen op het verschoningsrecht. In ons land vinden wij soms andere waarden van hogere orde dan de waarheidsvinding. Dat geldt bijvoorbeeld bij familierechtelijke betrekkingen. Het zou wat zijn dat als een vrouw wordt verplicht tegen haar (gewezen) man te getuigen of een kind tegen zijn ouders of omgekeerd. Ook mag een mogelijke verdachte zich verschonen als hij zich op enigerlei wijze zelf zou kunnen belasten.”
Uit de antwoorden van oud-strafrechtadvocaat Pieter van der Kruijs mogen we afleiden dat ook na 35 jaar er voor de betrokkenen bij de dood van Wies Hensen nog steeds reden is om zich zorgen te maken. Zeker als een Officier van Justitie moord of doodslag hard kan maken. In dat geval is er van verjaring geen sprake. Als een van de daders voor de rechter komt, dan kunnen ook handlangers en helpers opgeroepen worden en ook mensen die weet hebben van wat er gebeurd is. Zij moeten dan verschijnen.
Vragen of reacties naar aanleiding van dit artikel? Reageer naar info@wieshensen.nl.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android