Hieronder lees je het allereerste verhaal naar aanleiding van een burgerinitiatief. Twee mannen gaan op zoek naar de moordenaars van Wies Hensen uit Budel, die in 1989 dood werd aangetroffen in Dommelen. In dit eerste verhaal komt Annelies Hensen, de zus van Wies, aan het woord.
"Mijn naam is Annelies Hensen. Ik ben de oudere zus van Wies én haar tweelingzus Vera. Toen Wies eind augustus 1989 werd vermoord, stortte onze wereld in. Als iemand zo jong overlijdt is dat al erg, maar als iemand vermoord wordt, komt daar nog iets bovenop. Je kunt namelijk niet met de rouwverwerking beginnen, zolang de zaak niet is opgelost.
De moord op Wies heeft er in ons gezin enorm ingehakt. Bij mijn moeder, mijn zus Vera en ook mijn kinderen, Stephan (toen 12) en Monique (toen 10) én de kinderen van Vera, Franco (toen 10) en Sylvia (toen 8). Om dat een beetje duidelijk te maken, neem ik jullie mee naar die laatste dagen van augustus 1989. We weten nu dat Wies al op dinsdagavond 29 augustus is vermoord en dat haar lichaam vanuit een bestelbusje werd gedumpt aan de Loonderweg in Dommelen. Maar op woensdag 30 augustus 1989 wisten wij lange tijd nog van niks. Onze kinderen waren met zijn viertjes de hele middag gezellig op de kermis geweest. Eind van de middag zaten ze tegenover het huis van mijn moeder een ijsje te eten. Kermis, een ijsje, gelukkiger kun je een kind toch niet krijgen?
Maar toen begon de ellende. De kindjes zagen twee onbekende mannen, in ‘gewone’ kleren, aanbellen bij oma. De mannen zeiden iets tegen oma, die in tranen uitbarstte maar die zich tegelijkertijd voor haar kleinkinderen goed wilde houden. ‘Wat is er oma?’ vroeg Monique. ‘Nee, er is niets, meisje, gaan jullie mama maar even halen. Mama moet komen.’ ‘Maar oma, vertel nou wat er is, we zien toch dat er iets is en dat je verdrietig bent’.
Op aandringen van oma gingen de kinderen naar ons op zoek. Vera zat met haar partner op een terras bij de kermis. Zelf stond ik met een collega in restaurant De Bonte Os op het punt om met een zakenrelatie te gaan eten. Door de paniek op de gezichten van onze kinderen wisten we eigenlijk meteen dat het heel erg was. Maar pas thuis bij mijn moeder kregen we van de politiemannen te horen dat ons Wies was overleden. Vermoord! Het is niet te bevatten.
Omdat het een moord betrof, vroegen de agenten aan ons moeder of zij Wies wilde gaan identificeren. Vera en ik wisten meteen dat ma dat echt niet aankon. Of we het zelf aankonden? Nee, natuurlijk niet, maar je moet. Om ons moeder te sparen, zijn Vera en ik naar het mortuarium gereden. We liepen een grote, steriele ruimte in waar Wies lag. Ze lag onder een wit laken, alleen haar gezicht was bloot. Het was Wies! Onze Wies, voor Vera haar tweelingzusje! De waarheid drong op dat moment nog pijnlijker tot ons door. Wies was vermoord. Maar in godsnaam waarom? En door wie? Wat is er precies gebeurd?
Terwijl al die vragen door je hoofd spelen, heb je ook veel te regelen, zoals de uitvaart. Die uitvaart was één groot drama. Het immense verdriet van mijn moeder en van de kindjes. Zoveel vragen die door je hoofd blijven spelen. Waarom? Hoe? Was het iemand uit Budel? Zit diegene misschien wel hier in de kerk? Toen we met de kist de kerk uit kwamen, stonden er honderden mensen. Ongetwijfeld stonden veel mensen er uit medeleven, maar voor een aantal was het ook sensatiezucht. Voor mij was het een van de pijnlijkste momenten in mijn leven, een beeld dat ik nooit kwijt zal raken.
Wat ook pijn deed was de soms negatieve manier waarop Wies hier en daar werd neergezet. Wies had ook wel een ruige en rauwe kant, zeker als ze op stap ging. Maar wij als familie kenden ook haar lieve en zorgzame kant. Dat ze heel eenzijdig werd neergezet als rouwdouwer deed ons heel veel pijn. We hadden soms het gevoel dat mensen dachten ‘och, daar is niet veel aan verloren’. Budel, tot dan toe ons kleine en gezellige dorpje, is voor mij nooit meer hetzelfde geweest. Het deed Vera en mij pijn dat niemand in Budel iets over de zaak scheen te willen zeggen. We hadden het gevoel ‘er moet toch iemand zijn die iets van de zaak weet. Waarom zegt niemand iets?’. Achteraf hebben wij, net als de politie, lang onterecht gedacht dat de dader zeker uit Budel kwam. Het heeft voor veel leed gezorgd, bij ons natuurlijk, maar ook bij mensen in Budel en zeker bij de mannen die werden verdacht en zelfs werden vastgezet. DNA-onderzoek heeft hen gelukkig vrijgepleit.
De echte dader loopt nog steeds vrij rond! Complimenten aan de politie die de zaak nooit heeft losgelaten. Nadat het NFI in 2019 uit oude sporen een DNA-daderprofiel vaststelde, heeft de politie in 2021 ook weer alle registers opengetrokken. En nu is er dit burgerinitiatief, wieshensen.nl , dat mee wil helpen om herinneringen en beelden van mensen, de twintigers van toen, naar boven te halen. Beelden in je geheugen of beelden in je fotoarchief. Ik hoop dat iedereen nog eens goed kijkt naar de beelden van toen, het zou toch fantastisch zijn als daar toch nog iets terug te vinden is van de lawaaierige bestelbus met het rolluik of van de twee jonge mannen, waarvan er een opvallend blonde krullen had tot op de schouders. Die informatie is nodig om de zaak op te lossen!
Kun je het na 34 jaar niet een keer laten rusten? Die vraag stellen mensen me wel eens. Nee! Nee! Nee, dat kan ik niet en dat wil ik ook niet. Wij willen dat Wies nooit vergeten wordt en dat de zaak ooit wordt opgelost. We hielden allemaal zielsveel van Wies en deze moord kan en mag niet ongestraft blijven. Voor ons zit de pijn nog steeds te diep. Die schok dat je zus vermoord is. De schok dat je moeder een kind verliest. Mijn moeder heeft de moord op haar dochter nooit kunnen verwerken. Ze raakte volledig de weg kwijt, werd zelfs drie maanden opgenomen in een gesloten afdeling en overleed enkele jaren later. Ik denk niet dat ik haar nog ooit heb zien lachen. Triest.
Ook voor onze kinderen was het een traumatische ervaring. Voor hen was tante Wies hun alles. Wies was dol op kinderen en ik denk dat niemand beter op onze kinderen kon passen dan zij. Ze haalde ze op en vanaf dat moment deed ze alles om de kinderen een toptijd te bezorgen. Ze kregen pannenkoeken zoveel als ze lustten, ze mochten urenlang in bad en voor het slapengaan hingen ze nog lekker tegen tante Wies aan TV te kijken. Bij tante Wies mocht meer dan thuis. Wat wil je als kind nog meer? Mijn eigen dochter Monique was het petekind van Wies. Twee handen op één buik. Op 29 augustus 1989 was Monique een meisje van 10; ze verloor haar lievelingstante, maar die dag verloor ze in feite ook haar oma. Ze was veel te jong om dit mee te moeten maken. Voor Monique lieten we de ringen van Wies omsmelten tot een hele mooie ring voor haar. Ze draagt die ring nog iedere dag.
Wies wilde zelf ook graag een kind. Ze was bezig om via kunstmatige inseminatie zwanger te worden en ik steunde haar daarbij voor de volle 100 procent. Ik wist zeker dat Wies een hele goede moeder zou zijn. Het is extra verdrietig dat die sterke kinderwens niet in vervulling is mogen gaan. Ik moet er niet aan denken wat Wies in haar laatste momenten gedacht zal hebben?
Vera en ik hebben ondanks alles het leven weer op kunnen pakken. Helaas is ook Vera in 2021 overleden. Net als ik is ze altijd blijven hopen dat de dader nog een keer gepakt zou worden. Zolang de zaak niet is opgelost, zitten wij nog steeds met veel vragen. Wat is er precies gebeurd? Waarom is Wies vermoord? Wie heeft het gedaan? Wie zijn toch die twee jongemannen met wie Wies op de Budelse kermis is gezien? En wie is de eigenaar of berijder van die oude en lawaaierige bestelbus?
We hopen van harte dat jullie meehelpen de zaak op te lossen. Jullie hulp is heel hard nodig!"
Annelies Hensen, annelies@hensen.be.
Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android