Luister
muziek
30 September 2020 06:10
Deel dit artikel:

Frans Soers duikt met Cranendonck24 in rijksmonumenten van Budel-Dorplein

In het eerste deel van dit drieluik is aangegeven dat deze serie ontstond door een wandeling met Frans Soers, wonend aan de Stationsweg in Budel-Dorplein. Tijdens de wandeling ontpopt hij zich als een ambassadeur pur sang. De ontstaansgeschiedenis van ‘zijn’ dorp lepelt hij soepel op tijdens de wandeling, die voert door het beschermde dorpszicht van Budel-Dorplein. Daarbij staat de geschiedenis van de Zinkfabriek centraal. In dit tweede verslag wordt de draad opgenomen ter hoogte van de St.-Josephkerk.

cranendonck24
  / Evert Meijs
  • Beeld - Evert Meijs
Advertentie

Het eerste deel nog niet gelezen? Klik dan HIER.

“Deze kerk zou oorspronkelijk een stuk verder naar achteren gebouwd worden, op de plaats van die grote vijver waar we zojuist waren”, start Frans zijn betoog. “De kerk, gebouwd in 1952, is uitgevoerd met twee torens, verwijzend naar de stichters; de gebroeders Lucien en Emile Dor.” Geen wonder dat de twee klokken in de torens de namen Emile en Lucien dragen. De kerk is al verschillende jaren dicht. Tot 1963 was de parochie niet zelfstandig en stond ze onder leiding van een rector, Thijssen. In datzelfde jaar werden de diverse slagbomen van de toegangswegen naar het dorp verwijderd en ontstond langzamerhand een open gemeenschap. De parochie werd zelfstandig en losgekoppeld van de Zink.

“Aan de overzijde staat de zogeheten Witte Villa, gebouwd in 1898 als directeurswoning voor Emile Dor. Een prachtig gebouw met zeer fraai hekwerk. Je ziet dat het karakter van dit pand overeenkomsten heeft met de arbeiderswoningen, want directeur Dor wilde het verschil tussen directeur en arbeider wat kleiner maken. Het is één van de weinige huizen die gepleisterd is. Ernaast waren de dienstwoningen.”

Grootste gebouw
Het grootste gebouw van Budel-Dorplein is de Cantine. “De hoofdingang is hier, aan de zijkant, bij het grote plein, waarop vroeger een kiosk stond. De officiële naam is Hotel Saint Joseph, maar in de volksmond de Cantine”, vertelt Frans. “Het buurtplatform heeft de ambitie om het Cantineplein met het tegenover liggende Heilig Hartplein te gaan restaureren. Kijk eens hoe mooie details in de gevels zijn bewerkt, de windveren, de muurankers en de verschillende soorten stenen die gebruikt zijn.” Soers wijst naar de zijkant. “Daar was vroeger de kapel. Je ziet nog de fraaie glas-in-loodramen.”

Dan vertelt hij over de ontspanningszaal van de Cantine. Dat de akoestiek er zó bijzonder was dat Johnny Hoes er geruime tijd zijn grammofoonplaten opnam. Het gaat om een gigantisch gebouw. Je zou denken dat het een klooster was, maar in werkelijkheid was het pand vooral bestemd als onderdak voor vrijgezellen arbeiders. In de Cantine - nu rijksmonument - was ook een café-restaurant gevestigd, een pension, winkel, wasserij en een bakkerij. Tenslotte was er een ziekenzaal en ook een school. “Aan de achterkant van het gebouw is een ingang gemaakt voor de toeleveranciers.” Een grote poort in de toog belemmert de doorgang als deze gesloten is.

Boek
Frans draagt een boek met zich mee met daarin een nauwkeurige beschrijving van de panden van Budel-Dorplein, met daaraan verbonden de historie van de Zink. Hij maakte dit boek in 2003 voor zijn familie. “Hier, op bladzijde 14 staan bouwtekeningen van de hoofdentree in de rechter kopgevel. Is het niet fantastisch?”

We passeren weer enkele typische woonhuizen, waarvan één voor Maurice, neef van Emile en Lucienne Dor. De voordeur bevat een brievenbus met het opschrift ‘Lettres’. Verbazingwekkend, dat de verschillende panden zo rijkelijk versierd zijn in het metselwerk.

Levend monument
Langzaam maar zeker arriveren we kort voor de hoofdingang van de Zink. Een hoge metalen schoorsteen braakt voortdurend stoom naar buiten. Een oude bakstenen schoorsteen herinnert nog aan vroeger, want de oorspronkelijke fabriek werd in 1973 gesloopt. Met ongeveer 460 medewerkers produceert Nyrstar Budel zink van hoogwaardige kwaliteit. Frans spoort zichzelf aan om weer verder te lopen, want er zijn nog veel boeiende dingen te bekijken. “Hier in de Theo Stevenslaan staan drie van de in totaal dertien Dorpleinse rijksmonumenten: het dubbele woonhuis uit 1895 en twee bijbehorende schuurtjes. Natuurlijk zijn er soms aanpassingen gedaan voor wooncomfort. Maar dat maakt van Dorplein ook een lévend monument.”

Even wordt een ommetje gemaakt naar het Ringselven, dat haar water betrekt van het Kempisch Plateau. “Er zitten ook veel mosselen in. Kijk, en daar, dat is geen riet, dat is galigaan, een zeer zeldzame grassoort, het grootste galigaanveld van Nederland.” Hier heeft de schutterij ook haar schietterrein gehad, maar - zo vertelt Frans - de vereniging is helaas opgehouden te bestaan.

Blijf Cranendonck24 in de gaten houden. Regelmatig verschijnen hier prachtige verhalen.

Download de gratis app van Cranendonck24 en mis niets → Apple | Android

Deel dit artikel:
Advertentie



Ga terug
Advertentie
Advertentie